Dat Joas werd geboren methet syndroom van down was voor ons een complete verrassing. Naar mijn idee hadik alles goed gedaan, gezond gegeten, geen alcohol, geen rood vlees, geen vanalles en nog wat. En toch was het niet ‘goed gegaan’. Dit was even schrikkennatuurlijk. Af en toe krijgen wij de vraag of we bij de zwangerschappen dievolgden niet bang waren dat het kindje weer downsyndroom zou hebben en dat zehet zo dapper vonden dat we toch nog hebben ‘gekozen’ voor meer kinderen endeze hebben mogen krijgen. Laten ik hier even op in gaan.
Joas is geboren met deniet-erfelijke variant van downsyndroom. Dit wordt allemaal getest na dediagnose. Het is dus een gevolg van een willekeurige fout tijdens de vormingvan de geslachtscellen of in de vroege stadia van de zwangerschap. Omdat hetover het algemeen niet wordt doorgegeven van ouder op kind, zijn de kansen ophet krijgen van een tweede kind met het syndroom van Down voor ouders die aleen kind met deze niet-erfelijke variant hebben gekregen, over het algemeenniet significant verhoogd.
Maar…. Dat is mooi pratennatuurlijk! Ik was 29 jaar oud toen ik Joas kreeg. Ik viel überhaupt niet in dedoelgroep met een verhoogd risico, hier ook nooit over na gedacht van te voren,geen testen laten uitvoeren. Ik vertrouwde erop dat het goed was. En tadaaa,daar was ons wondertje. Met downsyndroom.
Wegens medischeomstandigheden bij mij zelf moesten we al heel snel na de bevalling van Joas dekeuze maken of we nog meer kinderen wensten. Je zit midden in de rollercoaster vanmoederschap en emotie. En dan moet je zo’n belangrijke beslissing maken. Watinderdaad als het kindje weer downsyndroom heeft? Wat als het een anderehandicap heeft? Op dat moment zou ik dat psychisch niet trekken. Maar… wat isde kans dat het volgende kindje downsyndroom heeft, of een andere beperking.Immers, de meeste kinderen worden nog steeds ‘gewoon’ gezond geboren.
Van te voren hebben wijaltijd gezegd, drie kids is een mooi aantal. (ja ik weet het, het is iets meergeworden). En ondanks alle emoties was het al snel duidelijk. We wilden heelgraag meer kinderen. Dus vijf maanden na de bevalling van Joas was ik alweerzwanger. Oh wat vond ik het spannend.
Waar we bij Joas geen NIPTtest hebben gedaan, hebben we dat bij Jens wel gedaan. En ik vind, dat als jezo’n test doet, moet je van te voren ook al hebben besproken wat deconsequentie is mocht er wel iets ‘mis’ zijn. Gelukkig was alles goed. Maarondanks een goede uitslag van deze test, bleef ik zeer gestrest tijdens dezezwangerschap. Want er zijn natuurlijk genoeg beperkingen die je niet op eenecho ziet en ook niet uit een test krijgt en die wellicht nog heftiger zijn dandownsyndroom. Wat als… wat als… wat als…?
Toen ik zwanger was vanJuup en Jilou vond ik het ook spannend natuurlijk, maar echt wel stukkenminder. En weet je waarom? Bij Jens was ik natuurlijk 5 maanden na de bevallingalweer zwanger. We zaten midden in het verwerkingsproces van Joas, alles was zovers. En alles was nog zo eng. We dachten toen nog dat downsyndroom ons heleleven zou beheersen. Tijdens de zwangerschap van Juup, was Joas al 4 jaar. Enbij Jilou was Joas al 7 jaar. En Joas was Joas. Een heerlijk lief ventje metdownsyndroom. Maar beheerste het ons hele leven? Nee!! Had hij meer zorg nodig?Ja!! Maar dit doen we met liefde.
"In het weefsel van het leven worden de mooistebeslissingen geweven met de draden van vertrouwen, niet verstrikt in de dradenvan angst."
Ik heb geleerd om niet inangst te leven! Je moet geen beslissingen maken vanuit angst, maar vanuitvertrouwen! En alhoewel ik het echt spannend vond, er slapeloze nachten van hebgehad, stress heb ervaren, wil ik niet dat angst mijn leven beheerst! Ik willeven vanuit vertrouwen, erop vertrouwen dat het goed komt. En als het evenniet goed komt, wil ik erop vertrouwen dat ik er een slinger aan kan gevenwaardoor het wel weer goed komt. Snap je me nog? 😊